Aan deze categorie worden alle transacties van een gemeente met andere instellingen of personen toegerekend die een mutatie in gemeentelijke schulden en vorderingen tot gevolg hebben. Er vindt daarbij tussen beide partijen een gelijktijdige vorming of afwikkeling van een financieel actief en het overeenkomstige financiële passief plaats, dan wel de overdracht van een financieel actief of passief aan een andere partij.
Om op eenvoudige wijze aan te sluiten op de financiële administratie wordt in de verdelingsmatrix de bruto registratie door de gemeenten gevolgd. Dit houdt in dat de aflossing op schulden en het aangaan van vorderingen als uitgaande kasstroom aan de uitgavenzijde worden verantwoord. De inkomende kasstromen door vergroting van schulden en de aflossing van vorderingen wordt aan de batenzijde verantwoord.
Tot deze categorie worden gerekend de mutaties in chartaal geld en deposito’s, kort- en langlopende effecten anders dan aandelen, financiële derivaten, kortlopende leningen, langlopende leningen (waaronder leenbijstand), aandelen en overige deelnemingen en handelskredieten en transitorische posten. De daarmede verband houdende opnemingen en aflossingen moeten tegen de transactiewaarde worden geboekt. Indien nominale waarden worden geboekt, dan moeten tegenboekingen worden opgenomen voor agio en disagio. Deze boekingen hebben ook het karakter van financiële transacties.
Bij boeking van aankoop effecten tegen nominale waarden dient een agio (verschil tussen de emissiekoers of aflossingskoers en de nominale waarde) worden opgenomen als financiële transactie op de daarvoor bestemde balanspost. Ditzelfde geldt voor agio bij opneming of bij aflossing.
Volgens de Europese richtlijnen mag extra dividend en superdividend niet meetellen in de bepaling van het EMU-saldo. Ontvangsten moeten daarom worden beschouwd als een financiële transactie en moeten daarom (op taakveld 0.5 - Treasury) op deze categorie worden verantwoord.