Een ogenblik geduld a.u.b.

1.1 - Salarissen en sociale lasten

(Deze categorie komt alleen aan de lastenkant voor).

De salarissen en sociale lasten zijn vergoedingen voor geleverde arbeid. In het algemeen is daarvan sprake wanneer er een dienstverband bestaat of heeft bestaan (met de betreffende gemeente, gemeenschappelijke regeling of provincie), zoals dit ook het geval is bij bijvoorbeeld vrijwilligers van de brandweer en vakantiewerkers, stagiairs en dergelijke. Naast de arbeidscontractanten dienen te worden vermeld de werknemers die (bij de betreffende gemeente, gemeenschappelijke regeling of provincie) tewerk zijn gesteld ingevolge sociale regelingen. Er is ook sprake van een verband als het gaat om vervulling van een politiek ambt, zoals wethouder of lid van de gemeenteraad, Provinciale Staten of Gedeputeerde Staten. Een dienstverband kan verder tijdelijk van aard zijn en / of een gedeelte van de normale werktijd opeisen (deeltijdarbeid).

Een dienstverband bestaat niet met personeel van derden, zoals werknemers van ingenieurs- en adviesbureaus, het personeel van uitzendbureaus en zelfstandige gemeenschappelijke regelingen. Zij bestaat evenmin met personen met een vrij beroep, zoals artsen, accountants en architecten, voor zover zij niet in dienst zijn (van de betreffende gemeente, gemeenschappelijke regeling of provincie). De vergoedingen voor door hen geleverde diensten behoren tot de lastencategorieën die tot de goederen- en dienstentransacties worden gerekend.

Tot de Salarissen en sociale lasten worden gerekend:

  1. Loonbetalingen
    Tot de loonbetalingen worden gerekend de betalingen en vergoedingen die het karakter hebben van het verstrekken van een inkomen voor geleverde arbeid voor alle categorieën met een dienstverband (zie hierboven). Deze betalingen en vergoedingen bestaan vooral uit de reguliere maandelijkse lonen volgens de salarisschalen, de vakantie-uitkeringen en de eindejaarsuitkeringen, maar ook uit toelagen als overwerkvergoedingen, ambtstoelagen en diplomatoelagen.
  2. Vergoedingen voor het woon-werkverkeer
  3. Uitkeringen van werkgevers aan hun werknemers in het kader van spaarregelingen
  4. Bijzondere uitkeringen aan werknemers die de werkgever verlaten en die niet zijn vastgelegd in een collectieve arbeidsovereenkomst
  5. Huisvestingstoelagen die door werkgevers aan hun werknemers worden uitbetaald.
  6. Loon in natura
    Kosten voor de werkgever van goederen en diensten of andere voordelen in natura die gratis of tegen sterk gereduceerde prijs aan de werknemers (of gezinsleden daarvan) beschikbaar worden gesteld en het karakter hebben van een aanvullend inkomen. Voorbeelden zijn:
    • maaltijden en dranken, inclusief die tijdens zakenreizen;
    • sport-, vrijetijds- of vakantiefaciliteiten voor werknemers en hun gezinnen;
    • kinderopvang voor de kinderen van werknemers;
    • prijsreducties in gratis of gesubsidieerde kantines;
    • vervoer naar en van het werk, behalve wanneer dit tijdens werktijd plaatsvindt;
    • woon- of accommodatiediensten, in eigen beheer verzorgd of van derden gekocht, ten behoeve van alle leden van het huishouden waartoe de werknemer behoort;
    • uniformen of andere speciale kleding die werknemers niet alleen op het werk, maar ook regelmatig buiten de werkplek dragen;
    • het ter beschikking stellen van parkeerplaatsen terwijl hiervoor anders zou moeten worden betaald.
  7. Sociale premies
  8. Tot de sociale lasten worden gerekend de door de werkgever betaalde premies aan pensioenfondsen en sociale verzekeringsinstellingen ten behoeve van haar huidig of voormalig personeel.
  9. Sociale uitkeringen personeel
  10. Tot de sociale uitkeringen personeel worden gerekend alle rechtstreeks (dus niet via premies aan sociale verzekeringsfondsen) door de werkgever aan (voormalige) werknemers en rechthebbenden van voormalig personeel uitbetaalde uitkeringen, zoals wachtgelden en pensioenen. Tot deze uitkeringen worden ook gerekend de sociale uitkeringen die in natura aan voormalig personeel worden verstrekt.
  11. Verhaalde salarissen en sociale premies (negatieve last)
  12. Hieronder vallen de verhaalde salarissen, verhaalde premies pensioenfondsen en sociale verzekeringen en ontvangen vergoedingen voor vervroegd uitgetreden personeel.

Niet tot deze categorie behoren:

  • toelages voor kosten die zijn gemaakt in het belang van de werkgever, zoals kosten voor het maken van dienstreizen, kosten voor de aanschaf van (bedrijfs)kleding of gereedschap en verplaatsingskosten. Al deze toelages moeten worden gerekend tot (lasten) 3.8 Overige goederen en diensten;
  • de premies voor verzekeringen die zijn opgenomen onder (lasten) 3.8 Overige goederen en diensten (zie onderdeel B c);
  • een bijdrage aan het personeelsfonds of personeelsvereniging. Deze moeten worden geboekt onder 4.3.8 Inkomensoverdrachten - overige instellingen en personen;
  • het negatief opnemen van baten aan uitgeleend eigen personeel; deze moeten worden opgenomen als baten 3.5.2 Uitgeleend personeel.