Een ogenblik geduld a.u.b.

4.3 Inkomensoverdrachten

De inkomensoverdrachten kunnen in twee soorten worden onderscheiden.
Ten eerste betreft het de bijdragen in de exploitatiekosten van bedrijven en (overheids)instellingen en de bijdragen aan personen in de kosten van levensonderhoud, zover niet genoemd onder 4.1.1 Sociale uitkeringen in geld. Er mag hierbij geen sprake zijn van een direct verband tussen de betaling en een geleverde prestatie. Een inkomensoverdracht vergroot dan ook in deze context het beschikbare inkomen van de ontvangende partij.
Ten tweede worden tot de inkomensoverdrachten gerekend de betalingen van een overheidsinstelling aan een andere overheidsinstelling voor goederen en/of diensten, niet behorend tot grond, duurzame goederen of pachten, waarvoor geldt dat:

  • deze goederen en/of diensten niet worden verbruikt in het eigen productieproces van de (ontvangende) overheidsinstelling; en
  • het contract voor de levering van goederen of diensten niet tot stand is gekomen binnen een aanbestedingstraject.

Niet tot de overdrachten behoren:

  • uitkeringen aan huidig en voormalig personeel. Deze lasten moeten worden geboekt op categorie 1.1 Salarissen en sociale lasten;
  • bijdragen aan verenigingen, stichtingen en fondsen ten behoeve van het eigen personeel. Deze lasten worden gezien als loon in natura en moeten daarom worden geboekt op categorie 1.1 Salarissen en sociale lasten.

De inkomensoverdrachten bestaan uit acht categorieën aan overdrachten in relatie tot een bepaalde tegensector en één categorie aan inkomensoverdrachten indien de tegensector nog onbepaald is. NB deze laatste categorie (i.e. categorie 4.3.9 Inkomensoverdrachten - onverdeeld) mag alleen worden gebruikt in de aanlevering van de begroting.