De inkomensoverdrachten kunnen in twee soorten worden onderscheiden. Ten eerste betreft het de bijdragen in de exploitatiekosten van bedrijven en (overheids)instellingen en de bijdragen aan personen in de kosten van levensonderhoud, zover niet genoemd onder 4.1.1 Sociale uitkeringen in geld. Er mag hierbij geen sprake zijn van een direct verband tussen de betaling en een geleverde prestatie. Een inkomensoverdracht vergroot dan ook in deze context het beschikbare inkomen van de ontvangende partij. Ten tweede worden tot de inkomensoverdrachten gerekend de betalingen van een overheidsinstelling aan een andere overheidsinstelling voor goederen en/of diensten, niet behorend tot grond, duurzame goederen of pachten, waarvoor geldt dat:
Niet tot de overdrachten behoren:
De inkomensoverdrachten bestaan uit acht categorieën aan overdrachten in relatie tot een bepaalde tegensector en één categorie aan inkomensoverdrachten indien de tegensector nog onbepaald is. NB deze laatste categorie (i.e. categorie 4.3.9 Inkomensoverdrachten - onverdeeld) mag alleen worden gebruikt in de aanlevering van de begroting.